Gerechtelijke jeugdhulpverlening

In dit artikel leer je meer over gerechtelijke jeugdhulpverlening in België, inclusief de belangrijkste principes, doelstellingen en de rol van verschillende instanties en professionals.

Geschreven door Janou Riemis

Laatste keer bijgewerkt op April 4th, 2024

Bij een zogenaamde verontrustende situatie (VOS), kan het openbaar ministerie in bepaalde gevallen de tussenkomst van de jeugdrechtbank vorderen om een gerechtelijke jeugdhulpverlening op te starten.

 

 

Gronden


Het openbaar ministerie heeft hiervoor drie vorderingsgronden:

1. De algemene vordering

Dit is de standaardwijze waarop het openbaar ministerie de jeugdrechtbank zal vragen om een maatregel op te leggen. Daartoe dient voldaan te zijn aan twee voorwaarden:

  • vrijwillige jeugdhulpverlening is niet mogelijk.
  • er is een doorverwijzing door een gemandateerde voorziening: Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) of Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK).

2. De vordering bij hoogdringendheid

Uitzonderlijk kan het openbaar ministerie de jeugdrechtbank vorderen indien er cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • een gerechtelijke maatregel is dringend noodzakelijk.
  • er zijn voldoende aanwijzingen dat de minderjarige onmiddellijk beschermd moet worden tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik.
  • vrijwillige jeugdhulpverlening is niet meteen mogelijk.

3. De vordering in combinatie met een jeugddelict 

Het openbaar ministerie kan ook de tussenkomst van de jeugdrechtbank vragen voor een minderjarige die een jeugddelict heeft gepleegd of hiervan verdacht wordt, waarbij aanwijzingen bestaan dat de minderjarige zich in een verontrustende situatie bevindt. In dat geval zal de minderjarige dus zowel een VOS-dossier als een MOF-dossier hebben.

Indien de jeugdrechter meent dat gedwongen hulpverlening noodzakelijk is, heeft hij de keuze tussen twaalf gerechtelijke maatregelen, dewelke variëren qua intensiteit en duurtijd. De jeugdrechter zal aldus een afweging moeten maken in functie van de ernst en de eventuele hulpvraag. Hij kan ook maatregelen met elkaar combineren.

 

Mogelijke maatregelen


Volgende gerechtelijke maatregelen bestaan vandaag in Vlaanderen:

  1. pedagogische richtlijn
  2. ondertoezichtstelling
  3. opvoedend project
  4. begeleiding
  5. dagopvang
  6. diagnostiek
  7. behandeling
  8. training
  9. verblijf
  10. beveiligend verblijf
  11. geschikte open inrichting
  12. psychiatrische inrichting

De minderjarige zal gedurende de hele procedure verplicht worden bijgestaan door een jeugdadvocaat, zodat zijn belangen steeds worden verdedigd.

 

Nog Vragen of bijstand nodig?
Contacteer vrijblijvend een van onze jeugdadvocaten. 
+32 (0)14 73 27 08
info@crimilex.be