Wat als je ter goeder trouw een gestolen voorwerp hebt gekocht en plots vraagt de eigenaar dit goed terug?
1. Artikel 3.28 Nieuw Burgerlijk Wetboek
Wanneer je te goeder trouw een gestolen voorwerp kocht, bestaat de mogelijkheid dat de eigenaar dit voorwerp terugvordert. De oorspronkelijke eigenaar kan dit doen gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf de dag van de diefstal. Wanneer de eigenaar dit doet, dien je het betrokken voorwerp aan hem af te geven (artikel 3.28 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
2. Te goeder trouw
Zolang de oorspronkelijke eigenaar het voorwerp niet terugvordert, ben je er de rechtmatige eigenaar van. Het is daartoe wel van belang dat je te goeder trouw gehandeld hebt. Dit wil zeggen dat je niet wist of had kunnen weten dat het een gestolen voorwerp betrof. Wanneer je daarvan wel op de hoogte was, heb je te kwader trouw gehandeld en kun je mogelijk strafrechtelijk vervolgd worden voor heling (art. 505 Strafwetboek).
De oorspronkelijke eigenaar kan in dit geval het voorwerp ook na het verstrijken van de termijn van drie jaar nog terugvorderen. Hij zal dan moeten bewijzen dat de nieuwe bezitter het goed niet te goeder trouw kocht. Voor heling kun je bestraft worden met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en/of met een geldboete van zesentwintig tot honderdduizend euro.