Hoofdstraffen zijn straffen die de rechter alleen, zonder een bijkomende straf, kan opleggen. In principe zijn er drie categorieën:
- Criminele hoofdstraffen: opsluiting en hechtenis (deze laatste straf is voorbehouden voor politieke misdaden).
- Correctionele hoofdstraffen: gevangenisstraf van 8 dagen en meer, werkstraf van 46 uren en meer en geldboete van 26 euro en meer.
- Politiehoofdstraffen: gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen, werkstraf van 20 uren tot 45 uren en geldboete van één tot maximum 25 euro.
De gevangenisstraf
Bij ernstige verkeersmidrijven (bijv. met een dodelijk slachtoffer en vluchtmisdrijf) kan de rechter een effectieve gevangenisstraf opleggen. Ook bij inbreuken op bijzondere strafwetgeving, zoals de Coronamaatregelen, is een gevangenisstraf mogelijk.
Straf onder elektronisch toezicht
Bij een straf onder ET (enkelbandje) zul je worden verplicht om gedurende een bepaalde termijn aanwezig te zijn op een bepaald adres, met uitzondering van enkele toegestane verplaatsingen of afwezigheden. Je moet enkele voorwaarden naleven onder toezicht van het justitiehuis.
De autonome probatiestraf
Een autonome probatiestraf houdt in dat Je de verplichting krijgt gedurende een periode bijzondere voorwaarden na te leven. De rechter bepaalt de voorwaarden en de termijn. Het justitiehuis houdt toezicht.
Wanneer je de autonome probatiestraf niet uitvoert, moet je de vervangende straf ondergaan die de rechter heeft bepaald (een boete of een gevangenisstraf).
De werkstraf
De rechter legt je enkele uren gemeenschapsdienst op die je in je vrije tijd moet uitvoeren binnen de 12 maanden na de zitting. Je werkt enkele uren gratis in een openbare dienst zoals een groendienst, bejaardentehuis, OCMW, ziekenhuis, …
Een werkstraf varieert tussen minstens 20 uren en maximaal 300 uren. Je zult enige tijd na de zitting per post een uitnodiging van het justitiehuis krijgen om met de justitieassistent te bespreken waar en wanneer je de werkstraf uitvoert.
Wanneer je de werkstraf niet uitvoert, moet je de vervangende straf ondergaan die de rechter heeft bepaald (een boete of een gevangenisstraf).
De geldboete
De laatste hoofdstraf die een politierechtbank kan opleggen is één of meerdere geldboeten. De boete moet worden vermenigvuldigd met de zogenaamde ‘opdeciemen’. Je moet de boete vermenigvuldigen met 8 om te weten wat je moet betalen (voorbeeld: 200 euro wordt 200 x 8 = 1.600 euro).
De rechter bepaalt ook een vervangende gevangenisstraf of een vervangend rijverbod dat zal worden uitgevoerd wanneer je de geldboete niet betaalt. Je kunt niet zelf kiezen tussen de geldboete en de vervangende gevangenisstraf/het vervangend rijverbod.
Enige tijd na de zitting krijg je per post een overschrijvingsformulier om de boete te betalen. Hierop staat het totale bedrag dat je moet betalen en de uiterste betalingsdatum. Wanneer nodig kun je om uitstel van betaling of om een afbetalingsplan vragen. Je kunt ten vroegste na het verstrijken van de beroepstermijn contact opnemen met deze dienst. De contactgegevens vind je bovenaan het overschrijvingsformulier. Je moet vermelden waarom je uitstel van betaling of een afbetalingsplan vraagt. De ontvanger zal over het verzoek beslissen.