Wanneer de politie wil overgaan tot de zoeking in een voertuig kan dit enkel in zeer specifieke omstandigheden. Het kan derhalve niet dat de politie "zomaar" zou overgaan de doorzoeking van een voertuig. Artikel 29 van de wet op het politieambt (WPA) bepaalt zeer duidelijk de voorwaarden waaraan moet voldaan zijn alvorens tot een zoeking kan overgegaan worden.
Artikel 29 WPA
Artikel 29 WPA bepaalt dat men alleen tot een zoeking in een voertuig op de openbare weg of in een voor het publiek toegankelijke plaats kan overgaan wanneer dit is op basis van: * de gedragingen van de bestuurder of de passagiers * materiële aanwijzingen * omstandigheden van tijd of plaats om te denken dat het voertuig werd gebruikt, wordt gebruikt of zou kunnen worden gebruikt om: – een misdrijf te plegen – opgespoorde personen of personen die aan een identiteitscontrole willen ontsnappen een schuilplaats te geven of te vervoeren – een voor de openbare orde gevaarlijk voorwerp, overtuigingsstukken of bewijsmateriaal in verband met een misdrijf op te slaan of te vervoeren.
Als aan geen van deze voorwaarden wordt voldaan of als er geen opdracht tot zoeking is van een onderzoeksrechter en als er geen andere wetsbepalingen in bijzondere wetten beschikbaar zijn, kan een doorzoeking van een voertuig op grond van artikel 29 enkel nog wanneer de eigenaar, de bestuurder en de passagier hiertoe toestemming geven.
Redelijke grond tot zoeking
Er is sprake van een redelijke grond wanneer de wagen in kwestie bijvoorbeeld beantwoordt aan een type auto die staat geseind in verband met een gepleegd misdrijf of wanneer het voertuig voorzien is van een nummerplaat die staat geseind.
De redelijke gronden die aanleiding geven tot de zoeking moeten uitdrukkelijk en wel omschreven genoteerd worden in het proces - verbaal zodat de rechtbank de rechtsgeldigheid van de zoeking kan nagaan. Een algemene omschrijving zoals "zeer concrete en actuele politionele informatie" is te vaag. De politie zal duidelijk moeten weergeven over welke informatie het dan zou gaan.
De bestuurlijke zoeking
Wanneer de bestuurder weigert zijn voertuig te laten controleren of zijn voertuig in overeenstemming is met de wet (vb : boorpapieren nazien). kan de politie ook tot een zoeking overgaan op grond van art. 29 tweede lid WPA en spreken we over een bestuurlijke zoeking.
Een bestuurlijke zoeking kan enkel wanneer de agent meent dat op basis van de gedragingen van de bestuurder of zijn passagiers, van materiële aanwijzingen, of van omstandigheden van tijd en plaats een zoeking zich opdringt.